Twee B Corps over duurzaamheid, werkgeverschap en betekenisvol ondernemen

Pauline Hilbrink en Kim de Ridder

Twee vooruitstrevende bedrijven, Boozed en Expovorm, bundelen hun krachten in een bijzonder dubbelinterview. Wat op het eerste gezicht misschien een onwaarschijnlijke combinatie lijkt, de creatief-conceptuele belevingsarchitecten van Boozed en het in standbouw gespecialiseerde Twentse familiebedrijf Expovorm met haar nuchtere, doordachte aanpak, blijkt juist een ijzersterke match.

Kim de Ridder en Pauline Hilbrink delen niet alleen een passie voor impactvolle en duurzame ervaringen, maar ook een gedeelde visie op toekomstbestendig ondernemerschap. Hun bedrijven, respectievelijk Boozed en Expovorm, zijn bekroond met het B Corp-certificaat voor duurzame bedrijfsvoering.

‘Inzetten op langdurige relaties is ook duurzaam’

Het Delftse Boozed onderscheidt zich met totaalconcepten voor beurzen, stands en bedrijfsevenementen. Met oog voor sfeer, emotie en merkbeleving ontzorgt het bedrijf klanten van ontwerp tot styling. Expovorm uit Almelo is gespecialiseerd in maatwerk in beursstands, showrooms en retailconcepten, en levert turn-key projecten door heel Europa.

Hoewel beide bedrijven elk hun eigen specialisme hebben, vinden ze elkaar in een intensieve samenwerking. Door kennis, ideeën en best practices uit te wisselen, werken ze niet alleen aan sterkere concepten, maar ook aan een steeds duurzamere bedrijfsvoering.

Hun eerste kennismaking volgde uit een tip die Pauline kreeg van toeleverancier JMT Floorcoverings: ‘Je moet eens met Kim koffie gaan drinken, dat past helemaal bij jou.’ Bij het eerste kopje koffie bleken hun gedeelde waarden al, vertelt Kim: "Ondanks dat we twee heel verschillende bedrijven hebben, denken we over heel veel dingen hetzelfde."

Wat maakt dat jullie zo’n band hebben opgebouwd?

Kim: “Ik denk dat zowel Pauline en ik best wel veel lef hebben. We durven anders te denken. We hebben ook allebei een bedrijf met een familiecultuur. Een hele belangrijke shift in de maatschappij is dat je als ondernemer en werkgever gewoon – naast een gezond en duurzaam bedrijf bouwen en geld verdienen – goed voor je personeel zorgt.

Tegenwoordig hoef je het niet meer te hebben van je buren, de kerk of het buurthuis. In elk geval in het westen van het land is die sociale structuur er niet meer. Jouw rol als werkgever wordt dus steeds belangrijker.”

Pauline: “We willen dat iemand zo lang mogelijk bij ons blijft werken en daar moet je veel voor doen, aan beide kanten.”

“Wij werken niet van negen tot vijf. Vaak komen er veranderingen op het laatste moment, of werken we in weekenden en op feestdagen. We vragen veel flexibiliteit van ons personeel, dus daar moeten we ook veel tegenoverstellen. Dat maakt mijn werk leuker en het maakt hun werk leuker.”

Kim: “We geloven ook dat je slim moet omgaan met wat de wereld je geeft, en daar zo bewust mogelijk mee omgaan. Ik merk dat het in onze branche niet gebruikelijk is, en dat er zoveel verspild wordt. Heel veel bedrijven zijn geneigd om voor elk feestje weer een paar nieuwe banieren te laten maken, terwijl ze loodsen vol met dat spul hebben liggen. Dat fascineert me altijd enorm.”

Pauline: “Dat is waarom we allebei B Corp wilden worden. Het traject daarnaartoe was veel intensiever dan we van tevoren dachten, dus het hielp om daarover te kunnen sparren.”

Kim: “We hopen nu dat door onze ervaringen te delen, we een ripple effect in de branche kunnen teweegbrengen. Want we hebben in de beurzen- en evenementenindustrie nog een lange weg te gaan richting duurzaamheid.”

Wat kan de branche doen om duurzamer te werken?

Kim: “Duurzaam werken vereist een andere manier van denken. Dat begint al bij het eerste klantgesprek. Daarbij moet je breder kijken dan de initiële vraag van de klant.

Ik vraag altijd: ‘Waarom ga je iets doen? Hoe ga je het doen? Heb je nog plannen buiten deze beurs waarvoor we dit materiaal nog eens kunnen gebruiken? Op een evenement, een pop-up of in je eigen pand’ – whatever! Daar valt al heel veel te winnen.”

“Het betekent ook kritisch naar je planning kijken, zodat je niet een week voor de beurs nog stress krijgt van te laat aangeleverde logo’s, nachten moet doorwerken om het artwork op te maken en continu met spoedklussen bij een drukker aankomt.”

Interview gaat door onder dit kader


Pauliine Hilbrink solo

Op zesjarige leeftijd stond Pauline Hilbrink al tussen de kleurrijke stands op een snoepbeurs, verwonderd over het ontwerp dat haar ouders met hun standbouwbedrijf Expovorm International hadden gebouwd. Die eerste vonk groeide uit tot een blijvende passie. Inmiddels runt ze samen met haar zwager Gerwin Altena het familiebedrijf, waarin beiden met een nuchtere aanpak gecombineerd met een creatief design merken tot leven brengen.


Pauline: “Iedereen heeft baat bij een vroege planning. Ten eerste krijgt iedereen stress als het te laat is. Ten tweede is het zeker niet duurzaam of goedkoop om een koerier voor één paneel met spoed rond te sturen. Niemand wil dit, dus het is aan ons om al vanaf het eerste klantgesprek duidelijkheid te creëren.”

Kim: “Wij zijn wat dat betreft een beetje een gekke standbouwer, want wij zitten sowieso meer aan de advieskant.”

“Ik laat klanten daarom altijd eerst nadenken over wat hun doel op die beurs is. Welk effect hebben ze voor ogen? Moeten daar een koffiecorner en drie spreekkamers bij? Als ze hun doel daar niet mee bereiken, dan hoeven we het ook niet te bouwen.”

“Klanten komen ook wel eens binnen met een foto van de stand die ze vorig jaar hadden, met de boodschap dat ze eigenlijk weer precies hetzelfde willen. Dan adviseer ik ze om terug te gaan naar de vorige standbouwer, en te vragen met welke liefde en aandacht ze die stand kunnen upgraden naar het hier en nu. Mij niet bellen!”

“Hier ligt echt een sleutelrol voor standbouwers en -designers. Klanten kunnen hun euro maar één keer uitgeven, dus de vraag is niet alleen hoe ze het beste impact kunnen maken, maar ook hoever jij moet gaan om dat te bereiken. Wees niet bang om het eens wat kleiner aan te pakken.”

“Dat betekent dat je misschien niet elke keer een stand van 80 duizend euro kan bouwen. Maar heb je liever één keer die dure stand of gewoon tien jaar lang een hele blije klant voor twintig- á dertigduizend euro per keer? Op de korte termijn levert het minder op, maar op de lange termijn meer.”

Pauline: “Inzetten op langdurige relaties is ook duurzaam.”

Kim: “Nee zeggen hoort er ook bij. Ik weiger zeker wel eens opdrachten als het niet past bij onze identiteit. Ik ga bijvoorbeeld geen stands of activaties bedenken voor een merk dat vapes promoot.”

Pauline: “Wij krijgen wel eens aanvragen voor build and burn. Dan willen ze een stand zo goedkoop mogelijk ter plekke in elkaar schuiven en na de beurs weggooien. Dat gaan wij niet doen. Het is verschrikkelijk om te zien dat het nu nog steeds zo veel gebeurt. Organisatoren zouden dat moeten verbieden.”

‘We hebben in de beurzen- en evenementenindustrie nog een lange weg te gaan als het gaat om duurzaamheid’

“En dat kan ook. Laatst was ik op een beurs in Italië waar het verplicht was om een modulair systeem te hebben, en verboden om in de hal nog te schuren en plamuren.

Het probleem is dat de regelgeving in Europa heel versnipperd is. Het zou fijn zijn als overal dezelfde wetten en regels zou komen, al was het alleen maar op basis van brandveiligheid.”

Kim: “En op de tijden dat je mag bouwen. Er zijn beurzen waarbij je in één avond die hal moet leegtrekken, wat killing is voor je mensen. Ik denk dat de hele branche daar kritischer naar mag kijken. Maar het is best een spanningsveld, want aan de andere kant moet zo’n beurshal ook gewoon geld verdienen.”

Wat is de grootste uitdaging in deze markt?

Kim: “Veel uitdagingen in de standbouw komen neer op transport, en daar is nog geen echte oplossing voor. Probeer maar eens met een elektrische trailer naar Parijs of Barcelona te rijden. Nou, succes!”

“Pauline en ik doen er alles aan om goed te rekenen, efficiëntie te pakken waar kan en eventueel transporteurs te combineren, maar uiteindelijk wil je natuurlijk gewoon een auto die zo schoon mogelijk rijdt. Daarvoor moet de markt wel gaan meewerken.”

Is de markt daartoe bereid?

Pauline: “Uiteindelijk heb je er maar één nodig die overstapt en er een succes van maakt. Dan gaat de rest van de concurrentie wel mee. Hoe meer mensen om een duurzaam product vragen, hoe meer bedrijven duurzame opties gaan aanbieden. Dat hebben wij ook gezien.”

Zo hebben we al twintig jaar dezelfde vinyltegels van Forbo. Die kun je echt eindeloos gebruiken en schoonmaken – ze blijven mooi. Het probleem is: ze zijn bruin. Dat was vroeger hip, maar nu wil echt niemand een bruine vloer meer. Dus we hebben ze na 20 jaar weer ingeleverd. Forbo recyclet ze volledig tot korrels om er weer nieuwe tegels van te maken. Prachtig bedrijf is dat!”

Interview gaat door onder dit kader


Kim de Ridder solo

Wat dertig jaar geleden begon als cocktails shaken op locatie, is inmiddels uitgegroeid tot allround experience creation. Met bakken energie en een duidelijke visie bouwt Kim de Ridder aan Boozed. Van grote beurspaviljoenen tot intieme stands, door middel van styling, verhuur en maatwerk realiseert haar bedrijf inmiddels meer dan tweeduizend projecten per jaar.


Kim: “Je hebt in dit werk echt langetermijnvisie nodig en je moet ook breder kijken dan je eigen branche. Ik kijk bijvoorbeeld heel veel naar interieurbouw en wat daar gebeurt. Daar gebruiken ze zelfs materialen die worden opgebouwd uit schimmels. Je kunt je als standbouwer blijven vasthouden aan standaard doeken en drukwerk, maar je kunt je ook laten inspireren door andere branches, andere markten.”

Helpt B Corp daarbij?

Kim: “Het mooie aan B Corp is dat het je nieuwe ideeën geeft. Niet alleen op het gebied van duurzaamheid, maar ook op het gebied van werkgeverschap en de impact die je hebt op de maatschappij. Je neemt eigenlijk de hele keten mee, omdat je jouw toeleveranciers aanjaagt om verandering door te zetten of alleen nog maar samenwerkt met partijen die dat willen.”

Pauline: “Het laat je nadenken over dingen waar je nooit over hebt nagedacht. Dat is heel vaak heel inspirerend, maar ook wel eens frustrerend.”

“Mijn ouders zijn het bedrijf begonnen met ‘boerenverstand’, zoals ze dat zelf noemen. En met noaberschap, een Twents begrip dat inhoudt dat je zorgt voor je buren. Als iemand hulp vraagt, dan help je. Dat is hier een vanzelfsprekendheid, en zo is het bedrijf altijd geweest. Dat ligt vast in ons DNA – alleen niet op papier.”

“Omdat we al zo duurzaam bezig waren, verwachtten we dat onze aanvraag voor B Corp een makkie zou worden – appeltje, eitje. Dat was natuurlijk niet zo.”

‘Wij kijken naar alles, en dat is het verschil. Ik hoop dat onze klanten dat ook zien’

“Wij zetten bijvoorbeeld heel hard in op maximaal hergebruik. Ik dacht dat dat heel zwaar zou wegen. Maar omdat ik niet met onafhankelijke wetenschappelijke onderzoeken kon aantonen wat het verschil is tussen hout- en systeembouw, vervielen alle punten die we daarop konden behalen. Terwijl iedereen dat zelf wel kan bedenken.”

“Een ander voorbeeld: we hebben ons altijd al ingezet voor goede doelen, maar daar kregen we ook geen punten voor, omdat het lokale doelen waren zonder ANBI-status. Dus daarnaast steunen we nu ook ANBI-doelen.”

Is dat niet enorm frustrerend?

Pauline: “Het B Corp-traject is soms frustrerend, maar als je het hebt gehaald, dan heb je ook echt wat gehaald. Heel ondernemend Nederland schreeuwt dat ze duurzaam zijn, al is het alleen maar omdat ze afval scheiden. Daardoor kun je niet meer het verschil zien tussen een grijze en een groene evenementenorganisatie. B Corp helpt daarbij, omdat je het certificaat niet zomaar behaalt.”

Welk advies zou je bedrijven geven die willen verduurzamen?

Kim: “Ik denk dat het vooral belangrijk is dat bedrijven nadenken over wat voor werkgever ze willen zijn. Als je je wilt certificeren zijn er veel manieren om dat te doen, bijvoorbeeld vanuit brancheverenigingen. En er zijn er ook allerlei duurzaamheidsinitiatieven waarbij je je kunt aansluiten. Maar ik denk dat zo’n label uiteindelijk toch onderscheidend gaat zijn. Er zijn heel veel multinationals die aan bepaalde wet- en regelgeving moeten voldoen, en dan helpt het natuurlijk als je toeleverancier een B Corp is.”

“Die ontwikkeling zien we nu al. Wij hebben dit jaar voor het eerst een pitch gewonnen op basis van onze B Corp-status. Natuurlijk was de klant enthousiast over het concept dat we presenteerden, maar wij waren duurder dan de concurrentie. Toch kozen ze voor ons, vanwege het label.”

Pauline: “Het helpt niet alleen in het aantrekken van klanten, maar ook in het aantrekken van talent. Ik heb laatst nog twee sollicitanten gesproken die allebei vroegen, ‘wat doen jullie aan duurzaamheid en hoe belangrijk is dat voor jullie?’ Nou, die vragen werden in de twintig jaar daarvoor nooit gesteld.” •

 


Wat is B Corp?

B Lab is een non-profit netwerk dat bedrijven aanspoort beter voor het milieu en hun omgeving te worden. Door zich aantoonbaar aan B Lab’s standaarden te houden, kunnen bedrijven een Benefit Corporation (B Corp) worden. Voor certificering moet een bedrijf dus hoge sociale- en milieuprestaties aantonen en daar ook transparant over zijn.

Toonaangevende Nederlandse bedrijven als Dopper, Rituals en Tony Chocolonely hebben het prestigieuze label al behaald, en sinds kort mogen Boozed en Expovorm zich hierbij scharen.

 

Deel dit bericht


Reacties

Er zijn nog geen reacties.


Plaats een reactie

Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.


Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief