Festivals
Met zijn stichting Work Heart Make Art organiseert Christian Nana verschillende culturele evenementen, maar het begon allemaal met een uniek straattheaterfestival. Daarmee wilde hij onverwachte verbindingen maken en het buurtgevoel uit zijn jeugd doorgeven. Tussen zijn jonge, ambitieuze buren in Amsterdam Nieuw-West vond 'in zijn tijd' altijd creatieve uitwisseling plaats. Daarom neemt hij Publique mee naar die thuisbasis, waar zijn passie voor evenementen organiseren ontstond.
“Dit is Podieum, een mooi cultureel café in mijn oude buurt, Slotervaart. Hier, in deze straat zelfs, ben ik opgegroeid. Deze wijk was en is een broedplaats voor heel veel talent. Veel bekende rappers en artiesten komen hier vandaan.”
“Ja, ik was veel bezig met muziek op een vroege leeftijd, maar ik kon geen hitjes schrijven. Op de een of andere manier was ik altijd bezig met maatschappelijke onderwerpen. Eenmaal op de Herman Brood Academie leerde ik dat ik ook in mijn creatieve werk mezelf mocht zijn, dat ik niet de nieuwe Michael Jackson hoefde te worden. Daardoor merkte ik: mijn behoefte ligt meer in het verbinden van mensen.”
“Ik ben in mijn verleden gewoon heel veel mooie mensen tegengekomen. Ik groeide op in wat je armoede kunt noemen. Maar ik had mensen in mijn leven die daar niet naar keken en die mij gewoon zagen. En als je je gezien voelt, dan krijg je zelfvertrouwen. Je krijgt iets om naar toe te werken.”
“Ik geloof dat we elkaar nodig hebben om vooruit te komen. Als we dat beseffen, kunnen we die positiviteit bundelen om hele mooie dingen in deze wereld te doen. Al het mooiste voor jezelf houden zou egoïstisch zijn, toch? Als je het leven van iemand anders kan verbeteren, geeft dat jou ook een goed gevoel. Waarom zou je dat dan niet willen?”
“Als je in je verleden altijd weinig hebt gehad, dan kun je dat later inderdaad proberen in te halen. Het is zeker belangrijk om goed voor jezelf te zorgen, maar uiteindelijk zou je doel ook moeten zijn je omgeving beter te maken. Dat was het voor mij in elk geval wel.”
Carrousel
“Klopt, daar woon ik sinds 2007. Toen corona uitbrak, merkte ik dat mensen meer dan ooit verbinding nodig hadden. Dus ik dacht, weet je wat we doen? We organiseren een festival in de moeilijkste tijd om een festival te organiseren. Op anderhalve meter afstand.”
“Gewoon in gesprek gaan. Ik hou sowieso van mensen, van contact en goede conversaties. Ik denk dat dat daar ook mijn kracht ligt, gewoon het doen. Het is een kwestie van durven outreachen.”
“Ik kende de structuur en de werkwijze van gemeenten en ambtenaren niet, maar ik benaderde de wethouder gewoon als een persoon, van ‘hé, ik heb iets tofs en ik denk dat dit gaat lukken.’ Hij voelde die energy en gaf ons de kans. Met dit vertrouwen zijn we vervolgens door de officiële procedures gegaan. Vanuit daar we made history.”
“Het JITS-festival, Jungle in the Sky. Artiesten toerden door vijf verschillende buitenwijken met dj-trucks, reuzenpoppen en zelfs podia in de lucht met behulp van hoogwerkers en hijskranen. Eigenlijk was alles vergroot, zodat je het meer op afstand kon ervaren. Dus vanuit je tuin, vanaf je balkon, of op straat op anderhalve meter afstand.”
“We wilden iedereen meenemen. Heel veel cultuur vindt plaats in het centrum, wat mooi is, maar daardoor gebeurt er te weinig in de wijken. Juist daar is ook een stukje inspiratie nodig. Niet iedereen weet het centrum te bereiken, door lichamelijke of financiële beperkingen. Ons doel was om echt iedereen te voorzien van een stukje geluk en een stukje verbinding.”
“Absoluut. De reacties waren prachtig, hartverwarmend eigenlijk. Om half twaalf ’s ochtends gingen we al langs de verzorgingstehuizen. Nog nooit hadden ze zoiets meegemaakt – zowel bewoners als verzorgers werden verwonderd. Ze dansten achter rollators en zongen vanuit rolstoelen.”
“Daarna gingen we verder de wijken in met jongeren en gezinnen. Dat was ook impactvol, om kinderen te zien die weer helemaal vrolijk waren. Ze merkten dat er voor het eerst in lange tijd weer eens aan hen werd gedacht.”
“Overal waar we kwamen, zagen we dat mensen de behoefte hadden om hun verhaal te delen, te communiceren met anderen, en weer in contact te komen met anderen op een veilige manier. Mensen voelen zich gezien, mensen voelen zich verbonden. Mensen hadden ook nooit zoiets ervaren. Ik bedoel, Kenny B stond opeens op een hoogwerker voor je huis!”
“Na die tijd stroomden de reacties binnen via social media en vanuit de gemeente. Het gaf ons het gevoel dat dit is wat we horen te doen. Vanuit daar zijn we gaan rennen, en nooit meer gestopt. Tot de dag van vandaag blijven we mooie dingen doen voor de maatschappij. Dat is waardevol. Zeker in een tijdperk waarin het voelt alsof alles aan het afbrokkelen is, en alles en iedereen met zichzelf bezig is.”
“We hebben een tweede editie van Jungle in the Sky georganiseerd, zowel in Hoorn als Alkmaar. Daarna kwam Jungle in the Bieb. We hebben daar dialoogsessies gehouden met buurtbewoners over onderwerpen die we soms moeilijk vinden om met elkaar te bespreken, maar wel voelen. Over cultuur, omgang, respect en normen en waarden.”
“Kunstenaars hebben die verhalen omgezet tot een groot kunstwerk. Daarmee toerden ze door het Stedelijk Museum Alkmaar, West Fries Museum in Hoorn, het Frans Hals Museum in Haarlem en het Amsterdam Museum als onderdeel van de tentoonstelling Gezichten van Noord-Holland.”
“Dat is zeer zeker het geval. Mensen verbinden, daar heeft altijd de passie in gezeten. Maar het is ook nuttig om organisaties met elkaar te laten optrekken. Dan ontstaat een beweging waarin je tot innovatieve ideeën kunt komen, waar je in je eentje niet aan zou kunnen denken.”
“Nu willen we gemeentes verbinden. Daarbinnen heb je domein sport, domein educatie, domein welzijn en domein kunst en cultuur. Die opereren allemaal los van elkaar als eilandjes, maar ze dragen allemaal bij aan het welzijn van mensen. Daarom hebben wij een aanpak bedacht om hen en hun doelgroepen bij elkaar te brengen.”
“Met een aantal organisaties in sport, educatie, kunst en cultuur en het sociale domein zijn we nu een platform aan het creëren genaamd ‘Wij aan zij’, waarmee we wijkgericht met de jeugd gaan werken. Want wat als de lokale voetbalclub in contact staat met de dans- of toneelschool? Dan kunnen er crossovers plaatsvinden, zodat de interesses van een kind verder groeien.”
“Ik denk dat we ons vooral moeten focussen op wie je het wel wil, want die groep is er ook. Het is gewoon een extra optie die we op tafel leggen voor de kinderen die zich wel aangetrokken voelen om wat meer te exploren.”
“Je praat met een dromer, hè? Ik probeer nooit te denken in beperkingen, maar ik ben wel realistisch. In de zin van, je moet ergens beginnen en vanuit daar verder werken. Mijn werk is nooit gedaan wanneer ik iets heb kunnen realiseren. Nee, dan is het gewoon doorpakken. Dus als het nu in deze regio goed loopt, wie weet wat er dan gaat gebeuren.”
“Ik wil eigenlijk jongeren uit verschillende landen met elkaar verbinden. Laatst ben ik naar Kameroen geweest, waar ik vandaan kom, om met een aantal jongeren aan een muziekstuk te werken. Dat doe ik in Nederland ook, en dan sta ik soms versteld van de duurste apparaten die ze tevoorschijn halen. Terwijl ik in Kameroen dezelfde kwaliteit van muziek hoor met andere middelen.”
“Maar ik zie in beide groepen dat de creativiteit leeft. Dus hoe mooi zou het zijn als zij met elkaar konden werken en van elkaar konden leren?”
“Maar we beginnen gewoon in Noord-Holland.”
Er zijn nog geen reacties.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.